Congo is wél een land. Ik beweerde eerder van niet (Afrika is geen land … en Congo evenmin) maar ik kom op mijn woorden terug. Als er maar iets is dat aan de nationale gevoelens appelleert. Het nationale voetbalteam natuurlijk, en sinds vorige week: de dood van een bekend artiest.

Papa Wemba is in het harnas, dwz in zijn sapeurskleding op het podium in Abidjan, gestorven. In de barretjes in Kinshasa hoor je zonder uitzondering zijn muziek. Papa was le Pape (paus) de SAPE (van de sapeurs), de vader van de soukous (hoewel hij veel meer genres speelde), de filmster (La Vie est Belle), de schilder, maar ook de veroordeelde mensensmokkelaar.

Vlak bij ons huis zie ik ineens Segways met de naam van Papa Wemba. Een nogal ongewoon gezicht in Kin. Eenmaal thuis had ik Georgette van het nationaal bureau voor toerisme aan de lijn. Ze had weinig tijd want Papa’s stoffelijk overschot kwam vandaag in Kinshasa aan. Zij was bezig met het organiseren van de aankomst en het huisvesten van de te verwachten celebrities. Zaterdag en zondag wordt hij opgebaard en maandag volgt een grootse begrafenis, met allerlei artiesten.

Overal langs de kant van de weg zie ik spandoeken en reclameborden met ‘De familie … huilt om Papa Wemba’, Primus (Heineken) eert de vader van de soukous’, ‘Kinshasa rouwt om zijn icoon Papa Wemba’, ‘concert ter herinnering aan Papa Wemba’, etc. Op het grote plein van de 30ste juni werd gegymd en gedanst op zijn muziek.

We besloten zondag om naar Matonge te gaan. Dit is de wijk waar de plechtigheden, eigenlijk meer de festiviteiten, nav van de dood van Papa Wemba plaatsvinden. Hij had er zijn eigen ‘dorpje’: Molokai (de naam is samengesteld uit de straatnamen) een pleintje met 4 straatjes, waar ook zijn huis ligt.

Het was er gezellig druk. Velen kwamen op pelgrimstocht uit andere wijken. Op alle huizen, boven alle straten, op alle muren werd hem op spandoeken en tekeningen de laatste eer bewezen. Ik verzuchtte dat ik met één spandoek in de Goorstraat al dik tevreden zou zijn. De terrasjes puilden uit en er werd een groot podium opgezet waarop ’s avonds de artiesten hun ‘vader’ zouden eren. Van alle kanten kwamen de liedjes van Papa op ons af. Her en der speelden gitaristen zijn songs op krakkemikkige geluidsinstallaties. Primus-vrachtwagens reden af en aan, zwaarbeladen met bier. Bewapende politie liep rond maar dat tastte de uitstekende sfeer niet aan.

Op een terrasje sprak een gezette Congolees ons aan. Of we Papa Wemba gekend hadden? Nee, maar wel zien optreden. Nou, hij wel, in zijn geboortestreek Kananga. Hij wees ons aan waar het huis van Papa stond. Op de muur stond een standbeeldje van hem. Het was er druk, er werden fraternalia verkocht en we maakten foto’s. Op de terugweg zagen we dat ze de modderwegen vol gravel aan het gooien waren. Voor de gasten straks? Is daarom de begrafenis uitgesteld tot woensdag?

Op de tv zag ik maandag de grootse begrafenisceremonie in het Palais du Peuple. Met president Kabila en vele hoogwaardigheidsbekleders. Alle lof uiteraard: ‘de koning van de Congolese rumba (soukous), 100% star, het icoon van Congo, het model voor de sapeurs, een barmhartig mens want hij haalde straatkinderen in huis (die hij voor veel geld naar Frankrijk smokkelde, maar ja), een echt familiemens (? Hij was nooit thuis, en de familie ruziet over zijn erfenis), ..’. Een internationale verzameling fraai uitgedoste artiesten zong een lied van hem ter afscheid. Onder hen Youssou N’Dour (Senegal) en Magic System (Ivoorkust).

In de middag was Molokai afgezet. Waar we gisteren liepen, stonden nu hekken en eretribunes. Hierop zaten de maîtres van de soukous, in zeer modieuze kledij. Ik kon niemand op de tv herkennen maar neem aan dat oa de oudjes van TPOK Jazz en Zaiko Langa Langa achter de donkere zonnebrillen staken. Ervoor liepen de wat jongere sapeurs te flaneren, met fantasievolle schoenen, hoedjes, rokjes, en paraplus, een echte modeshow. Even later werd de baar voor zijn huis gezet en bracht iedereen de laatste eer. Later in de middag – nog steeds op tv – barstte het feest in Molokai los, sommigen dansten wild, anderen droegen maskers, het leek wel carnaval.

Woensdag kwam ik tussen twee afspraken door langs de kathedraal. Er was geen doorkomen aan. Overal zwarte overheidsauto’s en veel publiek. De begrafenisdienst voor Papa Wemba was aan de gang. Er botsten jongelui tegen me op, dus ik lette goed op mijn fiets en spullen. Ik verloor een dopje van mijn pedaal. Snel week ik uit naar een zijstraatje. Via een omweg kwam ik aan de andere kant van de boulevard van de 24ste november uit.

Ik keek mijn ogen uit. Er was een defilé aan de gang met duizenden sapeurs! De mode dit jaar: een rok, wandelstok, onderscheidingen op de borst en elders, vreemd hoedje en spitse zwartwitte schoenen. Een net pak met bloemetjesmotief mag ook. NB het gaat om mannenmode. Ook hier weer agressiviteit naar mij toe. “Mundele, wat zoek je hier, ga terug naar je dorp”. Ook veel aardige opmerkingen, hoor.

Omdat mijn computermannetje ook sapeur is, moest ik bij de tweede afspraak wachten. Op TV werd de eredienst uitgezonden. Gregoriaanse liedjes maar ook liedjes van Papa Wemba. Die laatste, die werden voluit meegezongen, ook door de priesters.