We waren een week in het onrustige Kasai in Congo. Sinds 2 weken zijn er een vijftigtal MONUSCO militairen. Zij bestrijden officieel de rebellen maar officieus het door en door bedorven leger. Het werkt. Op dit moment zijn er minder ‘tracasseries’. Er worden minder mensen lastiggevallen en afgeperst. Toch is een staflid van het project thuis nog overvallen door ‘geüniformeerden’. Ze namen de verkiezingskits mee, verder niets. Dat betekent dat het hoogste niveau achter de treiterijen zit; ze willen de verkiezingen boycotten.

Sommige dorpen zijn door het leger platgebrand, andere leeggeplunderd.  Op de Franse tv zag ik dat er verschillende massagraven ontdekt zijn. Het aantal doden overstijgt de 500. Veel mensen zijn de dorpen ontvlucht en verblijven in de jungle. Sommige boeren komen om die reden ook niet naar ons seminar.

Een week geleden zijn mensenrechtenonderzoekers van de VN hier in de buurt ontvoerd. Vandaag zijn de lijken van hen, een Zweedse en een Amerikaan met hun chauffeurs, gevonden. De daders zijn onbekend maar hier denkt men het wel te weten: ‘geüniformeerden’.

Ik ging vandaag naar een alfabetiseringscentrum in Mbuji Mayi. Het bezoek gaf me weer hoop voor Congo. In zo’n 10 lokalen, gemaakt van landbouwplastik, hadden zo’n 200 leerlingen les. Het was er warm. Er waren 6 niveaus: 3 jaren in het Tshiluba en 3 in het Frans. Een cursus duurt 3 maanden en kost 6 €. Als iemand dat niet kan betalen, vult het ‘schoolfonds’ aan. De cursussen moeten zich ontwikkelen tot functionele alfabetisering, waar ook praktische vaardigheden als naaien of autoreparatie geleerd worden, maar hiervoor ontbreekt vooralsnog het geld.

Onder de leerlingen waren oudere, getrouwde vrouwen en jonge vrouwen en mannen. De eerste categorie had nooit onderwijs genoten en doorliep het hele systeem. Of hun mannen niet liever wilden dat ze het huishouden deden? “Ja, maar ze accepteren dat we eerst hier zijn en daarna het huishouden doen”.

De jongeren hadden enige jaren lagere school genoten, sommigen zelfs de middelbare school, maar konden nog steeds nauwelijks lezen en schrijven. In de lessen op de scholen  van de staat wordt alleen in het Frans ‘gepapegaaid’: zonder enig begrip de docent nagepraat.

Het officiële systeem is in de tijd van Mobutu helemaal ingestort. Leerlingen moesten gaan betalen (en gingen dus van school af) en docenten ontvingen hun maandloon niet (en gingen dus of staken, of absenteren, of frauderen met cijfers voor smeergeld). Er ontstonden privé scholen, maar daar speelden slechts commerciële motieven, geen didactische. De missiescholen hadden kwaliteit (de hele elite komt er vandaan) maar Mobutu nam hen op in het officiële onderwijssysteem. Wat de Belgen ooit opgebouwd hadden, bleef in ruïnes achter.

In een klas las ik hardop het woord wetu op het schoolbord voor. Ik schreef het ook. Maar, zei ik, ik heb geen idee wat het betekent. Zus. OK, en ik schreef zus op het bord. “Kunnen jullie het lezen?” “Nee”. “Jawel, probeer maar”. “Zoes”. Prima! Wat betekent het? Niemand wist het. “Dat is waarom jullie in je eigen taal leren lezen en schrijven. Als je het begrijpt, gaat het sneller”.

“Maar het Frans is toch een veel belangrijker taal dan jullie dialect. Wie spreekt er nou Tshiluba in de wereld?!”, provoceerde ik. “Nee, Tshiluba is van ons, dat is onze cultuur, daar kunnen we ons goed in uitdrukken. En het is ook een taal, net als Lingala en Frans”. Niks geen timide reacties dus op een vraag van een oudere blanke man, zoals ik gewend was in West-Afrika. Nee, men barstte van het zelfvertrouwen, ook de oudere vrouwen.

Later sprak ik met directeur Patrice Kasadi na. Hij is 70 maar er is nog geen opvolger. De school is in de jaren 70 gesticht door de Nederlandse pater Herman Kroonenberg. Het volgt de ideeën van Paolo Freire: de gebruikte teksten moeten de leerlingen ook bewust maken en voorbereiden op het leven.

Sommige Tshiluba teksten komen uit boeken of films (The Color Purple bv). Andere worden door de docenten en leerlingen zelf gemaakt. Zo is er het boekje Congo is als een prauw vol gaten, die aan het zinken is als inleiding in burgerschap en democratie. De geheime dienst was al langs geweest, maar Patrice weigert de tekst aan te passen. “Ik ben al oud en ik beschouw het als mijn verantwoordelijkheid om dit corrupte land verder te ontwikkelen”. Op zo’n moment weet ik weer waarom ik hoop voor Congo blijf houden.